Herman Pieter Schönfeld Wichers

alias

Belcampo

`` [...] Dat was een vrouw van onovertrefbare schoonheid.

Haar gestalte was een kolom van het zuiverste evenwicht en al haar bewegingen vloeiden zo zacht en lieflijk ineen, dat iemand die daar de zin voor had, na uren kijken nog niet moe zou zijn geworden. Haar huid was van het mat lichtbruin waar een weldadige warmte vanuit schijnt te gaan. Op haar koninklijk gehouwen hoofd droeg ze een losse wrong van het allerzwartste haar. Wijde bruine ogen, waar een zee van mysterieus verstand doorheen scheen te lichten, streelden eerder dan dat ze keken en tussen de zachte glooiingen van wangen en kin gloeide haar mond als een opengesplitste granaatappel''

(Het Olografisch Testament, De nieuwe verhalen van Belcampo)