Sihanoukville / Kampot / Phnomm Penh / Saigon

12 nov - 23 nov

Jaarlijks overlijden meer toeristen aan vallende cocosnoten en verkeersongelukken dan aan kidnaps, berovingen en malaria-infecties bijelkaar. Voor de spanning en sensatie op mijn reis ben ik dus naar het slaperige badplaatsje Sihanoukville getrokken, waar de stranden voorzien zijn van palmbomen, en de gehuurde motorfiets onontbeerlijk is om te pendelen tussen strand en hotel. Tijdens de busreis heen kon ik vanaf mijn plek achter de chauffeur de locale weg-etiquette alvast observeren. De brommers, fietsen en kuddes runderen gebruiken dezelfde smalle weg als de auto's, trucks en bussen, maar hebben geen spiegels. De inhalende partij moet dus waarschuwen door te toeteren. Het dashboard van de bus onderstreepte de centrale functie van de claxon: de kapotte snelheidsmeter bleef de hele reis stoicijns op 0 km/h uur, maar gelukkig registreerde de luchtdruk-meter accuraat het effect van iedere toet.

Voor de arme Cambodjanen lijkt het buitenland de beste weg naar een beter bestaan. Ze leren dan ook en masse Engels, en grijpen iedere kans aan hun Engels op buitenlanders te oefenen, zodat elke poging een woordje Khmer te leren in de kiem wordt gesmoord. Dat was vooral te merken in mijn volgende stop, het kleine provinciestadje Kampot. Langs alle straten instrueerden moeders hun peuters mij te begroeten met "Helo! Wasjorneem". De kleuters die al kunnen lopen zeggen hetzelfde, maar schieten ook op je af om je hand te schudden, waarna ze verlegen giechelend wegrennen als je teruggroet, en ze naar hun naam vraagt. Voor de ouderen zijn er bijspijker-klassen, 's-avonds gegeven door prive-leraren. Sarath, een arme boerenzoon van 17, maakte gretig van mijn aanwezig gebruik door mij mee te tronen naar zijn Engelse avondklas: een groep van zo'n 40 jongeren tussen de 10 en 25 waaronder een aantal monniken zat opeen gepropt in een lokaal waarvan de muren niet tot aan het plafond reikte. Een Khmer behandelde op het bord een les uit een illegaal gekopieerd lesboek. Helaas was zijn uitspraak niet te verstaan, aangezien de naburige klas hem overstemde, en zijn spelling ondermaats ("oppouturnity, dicide").

Als buitenlandse reus moest ik daarna het "Echte Engels" demonstreren door twee keer een verhaaltje voor te lezen, in mijn prachtigste Hollywood-film Engels. Daarna mochten de studenten op mij oefenen. In een uur tijd heb ik ongeveer 25 keer mogen vertellen dat ik uit Nederland kwam, 28 was, ongetrouwd, en allerlei meer van zulke vragen. Mijn wedervraag ("What do you want to be when you grow up") werd steevast beantwoord met "Teacher English." Over een paar jaar moet Cambodja vergeven zijn van de leraren. Of, erger nog, het is het enige beroep waar ze het Engelse woord voor kennen.

De geestdrift om Engels te oefenen geeft je de kans uit te vinden wat de locale bevolking bezig houdt. Zo kon ik ervaringen uitwisselen met een wiskunde-leraar: "What do you do when a student makes a mistake, for example: if he brings a gun to school?" Als ambtenaar ($30 in de maand) verdient deze leraar niet genoeg om zijn gezin te onderhouden (voedsel: $50 in de maand), en moet bijles geven terwijl zijn vrouw op de markt werkt. Tegelijkertijd ziet hij hoe collega's bij de politie en douane dankzij corruptie kunnen rondrijden in glimmende nieuwe auto's. "When I think of my country, I become angry" (gepijnigde blik) "So, I don't think" (en zijn gezicht ontspant tot de warme glimlach die je hier overal ziet).

Sarath heeft geen vriendinnetje, net als veel andere arme jongens. Om te trouwen -met een maagd, natuurlijk- moet een Khmer de ouders van de bruid een bruidsschat (ongeveer $ 500) betalen. Misschien is dat de reden voor de opvallende klefheid tussen mannen onderling. Overal zie je bevriende jongens hand-in-hand knus bijelkaar zitten. Grappig genoeg vond mijn chauffeur in Kampot dat juist ik er homofiel uitzag vanwege mijn "lange" haar. (En voor alle duidelijkheid: ik ben een week voor ik vertrok naar de kapper geweest). Het is de vraag hoe lang deze moraal standhoudt. Met de buitenlandse TV komt de westerse film-cultuur vele gezinnen binnen. Je ziet zelfs TV's in en antennes op de kleinste vissershutjes.

Thailand en Cambodja lijken nog vagelijk op elkaar, maar Vietnam is een totaal andere wereld, die eerder verwant is met de Chinese dan de Indiase. In Vietnam hangen nergens tuinslangen in de toiletten, hier reinigt men zich met toiletpapier. Doden worden begraven, niet verbrand. In plaats van lange rokken dragen de vrouwen op straat loszittende pyama's, en ook de traditionele dracht (de Ao Dai) is een soort broekpak: praktisch maar niet zo elegant. Geen bedelende moniken in gele gewaden, maar gezinnen offeren in huiselijke kring aan de voorouders (na enkele dagen worden offerandes alsnog opgegeten). Geen onontcijferbaar schrift, want Vietnamees wordt met Romeinse letters geschreven. De politiek is communistisch, maar in praktijk floreert het kapitalisme.

Deze praktische instelling is gekoppeld aan een calvinistische arbeidsmoraal, waarbij Confucius de rol van locale Calvijn op zich neemt. In Cambodja is "hello, where are you from" een legitieme zij het afgezaagde manier om een gesprek te beginnen, in Vietnam wordt het gevolgd door een kruisverhoor (waarbij de inhoud van de antwoorden niet ter zake doet) dat steevast uitmondt in een verkooppraatje.

Met dit harde werk hebben de Vietnamezen in 10 jaar tijd een toeristenmachine uit de grond gestampt die minstens zo gesmeerd loopt als de Thaise. Het land is daarom een makkelijke reisbestemming geworden, en Saigon is vergeven van de koppeltjes die vooral in elkaar geinteresseerd zijn, troepjes backpackers die zo veel mogelijk bruingebakken huid proberen te tonen, en 50-plussers die zich ondanks hun levenservaring en rijkdom niet smaakvol kunnen aankleden.


Volgende